JAPANSE TAFELKLOK ‘MAKURA DOKEI’ MET SLAGWERK EN MINI CARROUSEL Ca. 1850

Japanse klokken

M&R21

JAPANSE TAFELKLOK ‘MAKURA DOKEI’ MET SLAGWERK EN MINI CARROUSEL
Circa 1850
Japan

Uurwerk
Het messing uurwerk bestaat uit gaand- en slagwerk. Het gaandwerk heeft spillegang met korte slinger en kracht egalisatie d.m.v. snaar. Het Japanse slagwerk wordt geregeld door een sluitschijf en geeft de hele uren van 9x teruglopend tot 4x op een bel aan. De halve uren worden afwisselend met één of twee slagen aangeduid. Op de bovenplaat is het carrousel van 4 gezaagde draakjes zichtbaar, wat in beweging wordt gezet door het gaandwerk. Het uurwerk dat aan de achterzijde wordt opgewonden heeft een sierlijke gravure op de achterplatine.

Wijzerplaat
De ronde messing front- en achterplaat is fraai gegraveerd in bloemmotieven en heeft in het midden een verdraaibare messing cijferring. De cijferring is verdeeld in 12 zilveren plaatjes voor de dag en nachturen; alle plaatjes zijn voorzien van een gegraveerd Japans uurteken. De overige, koperkleurige plaatjes zijn niet gegraveerd en dienen voor de halfuursaanduiding. Het Japanse uur is gelijk aan twee Europese uren en telt van 9 tot en met 4. Boven de cijferring zijn twee kleine vensters waarin de datum en het teken van de dierenriem wordt aangegeven. Als het uurwerk actief is blijft de ajourgezaagde en geblauwd messing wijzer stilstaan en draait de cijferring.

Kast
Het messing uurwerk is voorzien van een messing bodem- en bovenplaat. Op de vier hoeken zijn messing geprofileerde zuilen geplaatst. Op de bovenplaat is het carrousel van 4 gezaagde draakjes zichtbaar, met daarboven de bel van het slagwerk. Het uurwerk is in een ebbenhouten kast geplaatst. Deze is aan alle zijden voorzien van vensters, zodat het gehele uurwerk zichtbaar is. De beide zijden hebben aan de bovenzijde een zeer fraai ajourgezaagde en gegraveerde messing vogel, die tevens dienst doet als klankgat. De achterzijde van de kast kan omhooggeschoven worden en kan men het uurwerk uit de kast halen. Onder de messing onderplaat bevindt zich aan de achterzijde een houten kleine lade, waarin de opwindsleutel opgeborgen zit. Ook de voorzijde van de kast kan omhooggeschoven worden. Zo kan men bij de wijzerplaat om de uurplaatjes in te stellen. De kast wordt bekroond door een geprofileerd en versierd messing handvat.

Gangduur 1 dag
Hoogte 24 cm.
Breedte 16.5 cm.
Diepte 12 cm.

Literatuur
– N.H.N. Mody, Japanese clocks.
– W. Brandes, Alte Japanische Uhren.
– Tardy 3-delig, La Pendule Française JAPON, blz.757-768.

Japanse tijdmeting
De Japanse tijdmeting verschilt in grote mate van de Westerse tijdmeting. In plaats van een uur als vaste waarde te nemen verschilt in Japan de lengte van een uur, toki genaamd, naar de lengte van de dag en de nacht. De dag en de nacht zijn beide ingedeeld in 6 toki, die van zonsopgang tot zonsondergang en van zonsondergang tot zonsopgang gerekend worden. In de zomer zijn de dagen langer dan de nachten en duurt dientengevolge een toki overdag ook langer dan ’s nachts. In de winter werkt dit andersom. Om deze reden zijn er Japanse klokken met verschuifbare plaatjes, zodat de lengte van de toki veranderd kan worden. Tevens zijn er klokken waarbij de cijferring vastzit, maar waarbij het tikgetal van de klok te veranderen is door de gewichtjes van de waag te verplaatsen, zodat de klok langzamer of sneller gaat lopen. Dit komt voor bij de oudere klokken. De cijfers van de klok lopen van 9 naar 4. Het enige cijfer dat ‘vast’ is, is 9 uur, ons middaguur 12 uur. De Japanse klokken geven aan hoeveel uren er nog komen in de toekomst (na de 5 komt de 4), Europese klokken geven aan hoeveel uren er al voorbij zijn (na de 5 komt de 6). In Japan was het cijfer 9 heilig. Elke toki, 12 in totaal, had ook een eigen teken van de dierenriem die ook wel werden afgebeeld op een cijferring rondom de gewone cijferring.

Lees meer Neem contact op