JAPANSE LANTAARNKLOK ‘Hashira dokei’ MET SLAGWERK Ca. 1790

Japanse klokken

M&R132

JAPANSE LANTAARNKLOK
‘Hashira dokei’
Circa 1790
Japan

Uurwerk
Het door gewichten aangedreven uurwerk heeft tussen stijlen geplaatste stalen raderen en bestaat uit gaand- en slagwerk. Het gaandwerk heeft verticale spillengang met foliot. Door de gewichtjes van de waag naar binnen of naar buiten te verplaatsen wordt de klok uitgeregeld. Het slagwerk wordt geregeld door sluitschijf en slaat de hele en halve uren op een grote bel.

Wijzerplaat
De koperen wijzerplaat heeft een zwart gelakte cijferring met wit gelakte uurtekens. In het midden bevindt zich een schijf met hierop een spinvormige wijzer. Het geheel draait in 24 uur rond en geeft de tijd aan op de gelakte cijferring. De cijferring is verdeeld in 12 delen, voorzien van het Japanse dierenriemteken. De binnenste cijferring is verdeeld in 2 x 6 toki van 4 t/m 9, eveneens in gegraveerde Japanse tekens. Elke toki is weer onderverdeeld in 9 streepjes, aangegeven op de binnenrand van de cijferring.

Kast
De koperen kast bestaat uit een stalen bodemplaat en zolderplaat waartussen het stalen uurwerk is geconstrueerd. De voor- en achterzijde zijn evenals de beide deuren van koper en zijn tussen de bodem- en zolderplaat geplaatst. De klok wordt bekroond door een grote bel en een fraai geprofileerde stalen moer in de vorm van een pinakel.

Gangduur 1 dag
Hoogte 41 cm.
Diepte 15.5 cm.
Breedte 15 cm.

Literatuur
– W. Brandes, Alte Japanische Uhren.
– N.H.N. Mody, Japanese clocks.

Japanse tijdmeting
In de Edo periode (1603-1868) mochten alleen Nederlandse kooplieden handel drijven met Japan en zij namen ook klokken mee. Klokkenmakers pasten ontwerpen en mechanieken aan de eigen tijdrekening aan. Zo ontwierpen zij bijvoorbeeld een dubbel echappement – het onderdeel dat zorgt dat een klok loopt – om de dag- en nachturen aan te geven. Ook werd de vormgeving aangepast met Japanse karakters en Chinese dierenriemtekens.

De Japanse tijdmeting verschilt in grote mate van de Westerse tijdmeting. In plaats van een uur als vaste waarde te nemen verschilt in Japan de lengte van een uur, toki genaamd, naar de lengte van de dag en de nacht. De dag en de nacht zijn beide ingedeeld in zes toki, die van zonsopgang tot zonsondergang en van zonsondergang tot zonsopgang gerekend worden. In de zomer zijn de dagen langer dan de nachten en duurt dientengevolge een toki overdag ook langer dan ’s nachts. In de winter werkt dit andersom. Om deze reden zijn er Japanse klokken met verschuifbare plaatjes, zodat de lengte van de toki veranderd kan worden. Tevens zijn er klokken waarbij de cijferring vastzit, maar waarbij het tikgetal van de klok veranderd kan worden door de gewichtjes van de waag te verplaatsen, zodat de klok langzamer of sneller gaat lopen. Dit komt voor bij de oudere klokken.

De cijfers van de klok lopen van 9 naar 4. Japanse klokken geven aan hoeveel uren er nog komen in de toekomst (na de 5 komt de 4), terwijl Europese klokken aangeven hoeveel uren er al voorbij zijn (na de 5 komt de 6). In Japan was het cijfer 9 heilig. Elke toki, 12 in totaal, had ook een eigen teken van de dierenriem ook wel werden afgebeeld op een cijferring rondom de gewone cijferring.

Lees meer Neem contact op