TÜRMCHENUHR MET GEWICHTAANDRIJVING Ca. 1580 Zuid-Duitsland

Renaissance klokken

M&R214

TÜRMCHENUHR MET GEWICHTAANDRIJVING
Circa 1580
Zuid-Duitsland

Uurwerk
Het door loden gewichten aangedreven stalen uurwerk is tussen stijlen opgebouwd en bestaat uit gaand-, slag-, en wekkerwerk. Het gaandwerk heeft een verticale spillengang met balans. Het slagwerk geeft de hele uren voluit aan op een bel. Het wekkerwerk wordt aangedreven door een veer.

Wijzerplaat
De ronde, vuurvergulde wijzerplaat heeft van buiten naar binnen de volgende gegraveerde aanduidingen: een dunne minuutrand met Arabische cijfers voor de vijf-minutenaanduiding en minuutstreepjes met bij ieder kwartier een tastknopje; vervolgens een ring met Romeinse uurcijfers en halfuuraanduiding in de vorm van een kruis. Bij de uurcijfers zijn tastknopjes aangebracht, die dienen voor vaststelling van de tijd in het donker. De binnenste ring heeft kwartierverdeling met Romeinse cijfers en halfkwartieraanduiding. De tijd wordt aangegeven door twee gesmeed stalen wijzers. In het centrum van de wijzerplaat is een gegraveerde vuurvergulde messing wekkerschijf met Arabische uurcijfers aangebracht, waarbij de wektijd wordt aangegeven door de staart van de uurwijzer. Het centrum van de wekkerschijf is gegraveerd in symmetrische krulmotieven.

Kast
De voorzijde en beide zijkanten van de vuurverguld messing kast zijn fraai gegraveerd. Op de voorzijde staat de woorden Ven en Mars gegraveerd met daaronder de afbeelding van Venus die omarmd wordt door Mars. In de bovenhoeken van de wijzerplaat zijn twee putti gegraveerd. Op de hoeken zijn fraai gegraveerde rechthoekige zuilen aangebracht. De beide zijden doen samen met de hoekzuiltjes dienst als deurtjes. Op de linker deur is Saturnus gegraveerd, op de rechter deur Spes (Hoop). In de rechterdeur bevindt zich tevens het opwindgat voor de wekker. Het belkruis, waarmee de bel op de klok is gemonteerd, is gegraveerd en voorzien van een versiering aan de bovenzijde in de vorm van bladeren en wordt bekroond door een geprofileerde pinakel. Aan de voorzijde onder de bel bevindt zich een klein schuifje waarmee het wekkerwerk aan- of uitgezet kan worden.

Gangduur: 5 dagen.
Hoogte: 21 cm.
Breedte: 8,5 cm.
Diepte: 8,5 cm.
Literatuur: Hall’s iconografisch handboek, blz. 147, 230, 289, 305, 349.

Mars: Mars (Grieks Ares) is de god van de oorlog, een van de twaalf goden van de Olympus. Zijn brute en agressieve karakter maakte hem bij bijna iedereen gehaat, ook bij zijn ouders Jupiter en Juno. Alleen Venus werd hopeloos verliefd op hem. Hij is geen populaire figuur in de kunst, behalve als de door de Liefde overwonnen Oorlogszucht. Er is geen vaststaand type van Mars hoewel hij in de regel wordt afgebeeld als een jonge, sterke man. Zijn bewapening bestaat uit een helm en een schild, soms ook een kuras (= borstplaat), een speer, zwaard en soms een hellebaard (een wapen dat gebruikt werd van de 15e tot de 17e eeuw). Hij is soms in gezelschap van een wolf, een dier dat in de Romeinse tijd aan hem was gewijd en dat net als hij bekend stond om zijn agressieve aard.

Venus (Grieks Aphrodite): Venus, een Romeinse Godin, vereenzelvigd met de Griekse Aphrodite, de godin van de liefde en vruchtbaarheid, van wie Venus’ bekende kenmerken zijn afgeleid. Zij is de moeder van Amor (Eros); de drie gratiën zijn haar dienaressen. Enige van haar attributen zijn: een paartje duiven of zwanen (beide kunnen haar wagen trekken), een schelp, dolfijnen, haar magische gordel. Zij is vaak een synoniem voor het vrouwelijk naakt in de kunst, zonder mythologische of symbolische betekenis.

Putti: Putti, ook wel Amoretti genaamd, duiden een vorm van liefde aan. Het gevleugelde kindje (een putto) dat als engel of als aankondiger van wereldse liefde algemeen voorkomt in de Renaissance en Barok, vindt zijn oorsprong in de Griekse en Romeinse oudheid. De Griekse eroten waren afgeleid van de god van de liefde Eros (de Romeinse god was Amor). Eros was de zoon van Aphrodite (de Romeinse godin Venus), de godin van de liefde, schoonheid en vruchtbaarheid. Hij was met pijl en boog gewapend en als iemand door een van zijn pijlen geraakt werd, werd deze persoon onmiddellijk verliefd. Een putto wordt echter vaak gebruikt als een versiering, zonder dat dit een bepaalde betekenis heeft.

Saturnus: Saturnus is een vroege Romeinse god van de landbouw. De Romeinen vereenzelvigen hem met de Griekse Cronus, die in de Griekse mythe met de schepping in verband wordt gebracht. Als Romeinse god van de landbouw en vanwege zijn plaats in de Griekse mythologie heeft Saturnus een zeis als attribuut.

Spes (Hoop): Spes vormt samen met Geloof en Liefde de drie goddelijke deugden, die vaak uitgebeeld worden als vrouwelijke personages. Hoop ziet op naar de hemel en strekt haar armen uit naar een kroon, de hoop op eeuwige zaligheid.

Lees meer Neem contact op