STRUTKLOK THOs. Cole London no.813 Ca. 1850 Engeland
M&R104
STRUTKLOK IN DE VORM VAN EEN LUIT MET FOEDRAAL
Gesigneerd: THOs. Cole London
Genummerd: 813
Circa 1850
Engeland
Uurwerk
Het door een veer aangedreven ronde, verguld messing platine-uurwerk heeft alleen gaandwerk. Dit is uitgevoerd met een verticaal echappement met ankergang en regelbare balans met spiraalveer.
Wijzerplaat
De ronde verzilverde wijzerplaat heeft Romeinse uurcijfers, vijf-minuten- en minuutverdeling. De wijzerplaat is geheel contra-gegraveerd in bloem- en krullende bladmotieven. De tijd wordt aangegeven door twee geblauwd stalen wijzers. De wijzerplaat wordt afgeschermd door een facetgeslepen glas.
Kast
De verguld messing kast heeft de vorm van een luit en is aan de voor- en achterzijde versierd met contra-gravures in bloem- en krullend bladmotief. In de hals van het instrument is een thermometer opgenomen. Op de achterzijde is het uurwerk voorzien van een opwindas. Hierboven bevindt zich het vierkant, aangeduid met ‘hands’, waarmee de wijzers op tijd gezet kunnen worden. Naast de wijzerverzetting is een klein schuifje met de aanduiding ‘slow/fast’ aangebracht. Als dit schuifje is geopend ziet men een pennetje waarmee het uurwerk uitgeregeld kan worden. Het klokje rust op een geprofileerd voetje en aan de achterzijde bevindt zich een steun waarmee de klok onder een hoek kan worden geplaatst (de strut). Het voetje is gesigneerd Thos. Cole London 813.
Foedraal
Het originele voorgevormde houten foedraal, die de klok beschermt bij vervoer, heeft een groen fluweel en crème zijden voering en is aan de buitenzijde bekleed met donkergroen leder, versierd met een gouden bies. De originele opwindsleutel kan worden opgeborgen in een uitsparing in het foedraal. Het kan aan de zijkant worden geopend.
Literatuur
Veel strutklokken staan afgebeeld in: Derek Roberts, Carriage and Other Travelling Clocks, blz. 278, fig. 8-15.
Gangduur 1 week
Hoogte 17 cm.
Breedte 7 cm.
Diepte 4,5 cm. (inclusief voet)
Literatuur
– B. Loomes, Watchmakers & Clockmakers of the World, (2006), blz. 164.
– J.B. Hawkins, Thomas Cole & Victorian Clockmaking, blz. 12 e.v.
De maker
Thomas Cole werd in 1800 in Nether Stowey, Somerset, geboren. Hij werd daar op 17 maart gedoopt. Zijn vader, James Cole was waarschijnlijk ook klokkenmaker en getrouwd met Catherine Slocombe. Thomas Cole, de jongste in het gezin, was de broer van de beroemde klokkenmaker James Ferguson Cole. In 1813 vertrekt de familie uit Nether Stowey en het is niet bekend waar ze naar toe verhuisd zijn. James Ferguson vestigde zich in 1821 in Londen als klokkenmaker, twee jaar later kwam Thomas ook naar Londen. Vanaf 1829 werkten de broers samen aan de New Bond Street. Na een paar jaar gingen ze weer uit elkaar. Thomas Cole duikt pas weer in de boeken op in 1838 toen hij op no. 10 Upper King Street, Bloomsbury als horlogemaker wordt vermeld. Thomas’ eerste vrouw overleed. Hij hertrouwde met Charlotte Boulding op 28 oktober 1841. Charlotte was toen 21. Hun eerste kind Thomas William werd op 13 augustus 1842 geboren. Hierna kreeg het echtpaar nog een zoon en twee dochters. Vanaf 1851 of 1852 vestigde Thomas Cole zich in zijn laatste werkplaats op no.6 Castle Street, Holborn. Hij werd gekozen voor de Royal Society of Arts op 28 juni 1861 maar hij lijkt er niet op in te zijn gegaan. Hij werd lid van de British Horological Institute waar zijn broer een belangrijke functie had. Thomas Cole overleed op 3 januari 1864